onderwerp H

De H van Afstuderen

Hoe kan performancekunst als educatie worden ingezet?

Het afstudeervoorstel

1. Kan performancekunst een middel zijn in het vormen en uitvoeren van lessen of is performancekunst alleen geschikt als inhoud van een les/project?

2. Welke educatieve-strategieën zijn te destilleren uit performancekunst?

3. Wat kan performancekunst als educatie betekenen voor verschillende groepen in verschillende contexten?

4. Welke methoden in performance kunnen worden ingezet voor het geven of faciliteren van een les of workshop?

5. Welke methoden in performance kunnen worden ingezet voor het geven van presentaties/lezingen (Lecture Performances)?

Deelvragen

Hoofdvraag

Wat wil ik onderzoeken?

Hoe plaats ik een performancekunstpraktijk in de context van educatie?

Het onderzoekskwadrant

Bronnen

A. Netwerk:
1. performancekunst netwerk (nationaal + internationaal), individuen interviewen
2. performancekunstenaars die ook lesgeven - interviewen

B. Archief/documentatie:
1. Trickster Collectief, projecten (performance & improvisatie), documentatiemateriaal, beschreven oefeningen, geschreven verslagen/evaluaties
2. Unscripted Play (performance & improvisatie), documentatiemateriaal, beschreven oefeningen, geschreven verslagen/evaluaties

Belichaamde Kennis

A. TRICKSTER collectief
B. Eigen performancekunstpraktijk
C. Project Unscripted Play.

Gebruiker en belanghebbenden

A. Mede studenten laten testen
B. Workshops met div. doelgroepen

Maken en prototype

Ideeën voor vormen:
A. Handleiding
B. Dagboek
C. Radioprogramma
D. Terugkerend artikel in een krantje (straatnieuws)
E. Demonstratie (video of live)
F. Platform
G. Expositie/archief
H. Woordenwerkboek/gids - werkvormen

Doelgroep voor het beoogde product

A. Voor het onderzoek wil tijdens het testen en verzamelen van materiaal mij niet op één specifieke doelgroep richten. Juist wil ik de diversiteit opzoeken en het onderzoek in verschillende contexten plaatsen en uitproberen.

B. Het onderzoek tot de uitvoering van een educatief "product" (object, platform, boek, krant, performance, radio of expositie) komt in eerste instantie voort uit een eigen interesse voor eigen workshops/lessen/projecten te kunnen maken of kan aanscherpen waarin ik kennis vanuit mijn performancepratijk kan inzetten.

C. Hopelijk kan het "product" ook iets worden dat leraren/docenten of pedagogen ter inspiratie kunnen inzetten om zo andere vormen van lessen te geven, doorbreken, of gewoon ter inspiratie voor ideeën hoe tijdens de lessen te handelen.

Motivatie voor dit onderzoek

A. Een link maken met het onderwijs vanuit mijn performancekunstpraktijk en dit ook toegankelijk maken voor collega (performancekunstenaars).

B. Om na de studie in te kunnen zetten, door mijzelf, maar ook door collega’s en peers ter inspiratie.

C. Het is soms moeilijk om aan anderen uit te leggen wat performancekunst is en hoe dit een "interessant"/leerzame les kan zijn. Dus het onderzoek komt ook voort uit de motivatie een vertaalslag met performancekunst naar het onderwijs te maken.

Testomgeving

A. Stage: Pauluskerk of Pameijer (psycho-sociale afdeling)
B. Alle Ruimte: div. basisscholen, kleuters, middenbouw
C. Dr. A. van Voorthuysen, buitengewoon (speciaal) onderwijs
D. Online performance workshop: deelnemers met kunst achtergrond
E. TRICKSTER collectief als testplek

Andere ideeën:
F. Scholen van medestudenten
G. Publieke ruimte, buiten de school
H. Kunstacademie: performance improvisatie sessies

Planning

Onderzoek: materiaal Unscripted Play en TRICKSTER doornemen, eerste repertoire onderdelen uitfilteren
Onderzoek: belichaamde kennis omzetten in theorie

Februari

Maart

Testen: repertoire onderdelen.
Onderzoek: vakgenoten, peers en kunstenaars interviewen, theorie doornemen

April

Maken: Uitwerken repertoire onderdelen
Testen: Repertoire onderdelen
Onderzoek: theorie en gesprekken met peers

Mei

Maken: Eerste vorm van schets “eindproduct”, voorleggen aan peers/gebruikersdoelgroep. Het uitzoeken van een vorm dat overdraagbaar is.

Juni

Maken: Uitwerken eindproduct
Presenteren/exposeren: "eindresultaat"

Benadering

In dit onderzoek ga ik beginnen met het destilleren van kenmerken, oftewel elementen, die ik uit de performancekunstpraktijk herken en dat als onderdelen van een repertoire kunnen functioneren. In het onderzoek wil ik testen of een performancekunst-repertoire die tijdens het opzetten van lessen of projecten als een reeks van strategieën, of juist als lesinhoud kunnen worden ingezet.

Onderdelen van een repertoire kunnen bijvoorbeeld zijn: speelsheid, plezier, improviseren, nieuwsgierigheid, vallen en opstaan, experimenteren, orde in chaos, betekenis vinden, ideeën en opgedane kennis, intuïtie en gevoel, tussen vrijheid en regels, samenwerken zonder praten.

Het verder uitwerken van een repertoire element, bijvoorbeeld 'improvisatie': in het hier en nu, wel/niet censuur, intuïtief, niet weten, observeren (luisteren, kijken, voelen), interactie, impulsen, spelen, ervaren, samenwerken.

In de loop van het onderzoek kan ik mij voorstellen dat ik uiteindelijk een paar elementen uit het repertoire ga kiezen om als werkvormen verder uit te diepen.

C. Boeken:
1. Leaving Art (Suzanne Lacy)
2. What is Art, Joseph Beuys (Volker Harlan)
3. The do-it-yourself-artwork (Anna Dezeuze)
4. Bite Archive (Marija Griniuk)
5. Responding to site, the performance work by Marilyn Arsem (Nathalie Loveless & Jennie Klein)
6. Trickster makes this world (Lewis Hyde)
7. On the Threshold of Knowing, Lectures and Performances in Art and Academia (Lucia Rainer)
8. Allan Kaprow, Essays on the blurring of art and life (Jeff Kelley), 9. Performance Research, on radical education
10. How we teach performance art (Valentin Torrens Edition)
11. Art as Experience (John Dewey)
12. Homo Ludens (J. Huizinga)
13. Lygia Clark, a space open to time (Cornalia H. Butler)
14. Omtrent ontmoeten en improviseren (Erik Hagoort)
15. Lecture Performance (Kölnischer Kunstverein)